OPDRACHT 1: FICTIEAUTOBIOGRAFIE & LITERAIRE COMPETENTIE
Fictieautobiografie

Wanneer ik aan mijn
kindertijd terugdenk, is de oudste herinnering die me bijblijft het
voorleesritueel voor slapengaan. Ik was een kleuter, sliep boven in een
stapelbed samen met mijn zus, en papa zat op een stoel ons voor te lezen uit Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt.
Deze korte, maar leerrijke verhalen die zich afspelen in Nederland tussen twee
vriendjes, geven me een nostalgisch gevoel. Een van de verhalen was Stoute vader. Vraag me niet waarom, maar
er was een periode dat ik mijn papa iedere avond opnieuw vroeg om dit voor te
lezen. Het dikke, oude boek staat nog steeds te pronken in een van onze
boekenkasten, weliswaar met behoorlijk wat plakband nu.
Na
Jip en Janneke volgde Pluk van de
Petteflet. Als kind stond ik er niet bij stil, maar het blijft me een
raadsel waarom hij als tienjarige al kan rijden in een kraanwagen en alleen
woont in het torenkamertje. Mijn ouders kochten voor mij een 'walkman' zodat ik
Pluk van de Petteflet ook op cassette kon luisteren onderweg op reis. Op die
cassette kwamen de personages plots tot leven en leek het voor mij alsof ze
echt bestonden.
Thuis hadden we een heuse verzameling video's van Walt Disney. De 101 Dalmatiërs, Frank en Frey, De Aristokatten en Sneeuwwitje vind ik de beste animatiefilms, hoewel deze laatste mij verschillende nachtmerries heeft bezorgd vanwege de heks met haar rode appel. Er is een moment dat de heks 's nachts tijdens een onweer op een rots staat te krijsen terwijl ze achtervolgd wordt door de zeven dwergen. Nog steeds vind ik dit een gruwelijke scène. Ondanks dat we zoveel Disneyfilms hebben thuis, zijn er ook klassiekers die ik nog nooit heb gezien. Zo staan bijvoorbeeld Bambi en Aladdin nog op mijn lijstje om te kijken. 'Gat in uw cultuur', zeggen vrienden wel eens als ik dit beken. Ik geef ze dan ook geen ongelijk.

In mijn lagere
school was er een lokaaltje omgebouwd tot bibliotheek. Eén keer per week gingen
we met onze klas naar de 'Leestrein' (zo werd deze bibliotheek genoemd) om daar
in een boek te lezen. We moesten dan in een van de wagonnetjes gaan zitten en
in stilte lezen.
Ik weet nog heel goed dat juffrouw Annemie mijn vijfde
klas binnenkwam met een dun kinderboekje in haar handen, genaamd: Pam en het paard en vroeg of ik dat
graag wou hebben. Natuurlijk wou ik dat hebben! Mijn naam had ik nog nooit
eerder bij iets of iemand anders gehoord, dus ik vond het heel fijn dat er een
kinderboekenreeks bestond over een meisje genaamd Pam!

Voor mijn achtste verjaardag kreeg ik van mijn tante het boek Elfenstof en het magische ei. Het was de eerste keer dat ik een 'dik' boek las. De jaren daarop volgden er meer 'dikkere' leesboeken. Zo heb ik Tobie Lolness en De geheime tuin ook gelezen. Deze laatste kreeg ik toen ik tien jaar werd. Het is een oud kinderboek uit 1911 van de Britse schrijfster Frances Hodgson Burnett, een echte klassieker. Het is een verhaal over de tienjarige Mary Lennox die op het landhuis van een onbekende oom gaat wonen. Mary is eenzelvig en bazig en wordt aan haar lot overgelaten.

Voor mijn twaalfde
verjaardag kreeg ik van een van mijn oudere broers het eerst boek van de chicklit-reeks
Shopaholic van de Britse schrijfster
Sophie Kinsella. De boeken zijn in de
ik-vorm geschreven en gaan over de jonge vrouw Rebecca Bloomwood wiens
bankrekening meestal in het rood staat. Het eerste boek Shopaholic! heeft me volledig meegesleurd in een wereld waar
tienermeisjes alleen maar van kunnen dromen. De reeks telt negen boeken en ik heb
ze een voor een gelezen. Nu staan ze netjes gerangschikt in houten wijnkistjes
(die mijn boekenkast vormen).
Naast
deze reeks heeft Kinsella ook andere boeken geschreven, onder andere: Aanpakken! Mag ik je nummer even?, Wat
spook jij uit?, etc. Ja, ook die heb ik allemaal gekregen en gelezen.
Hieruit kan je wel concluderen dat ik een lezer ben die meerdere boeken van
eenzelfde auteur wilt lezen. Naast Sophie Kinsella's boeken heb ik nog een
drietal boeken van Madeleine Wickham (de originele naam van Sophie Kinsella)
gelezen.
Omdat ik zo gehecht was aan deze schrijfster had ik niet echt oog voor andere auteurs. Enkel vanwege boekbesprekingen, die ik zes jaar lang moest maken, las ik boeken van andere auteurs. Zo heb ik voor een bepaalde opdracht gekozen om Zomerhuis met zwembad van Herman Koch te lezen. Achteraf gezien was ik misschien iets te jong om het boek te lezen, maar het heeft toch mijn kijk op literatuur verbreed. Het was de eerste keer dat ik een boek las dat mij tot vandaag de dag blijft fascineren. Ongeveer een derde van het boek was vaag. Ik heb me in het begin écht moeten dwingen om verder te lezen. Het was totaal niet duidelijk waarover het juist ging en ik moest er heel de tijd mijn aandacht bij houden. Dit was dus helemaal anders dan bij m'n chicklits, waarin ik rustig, zonder al te veel nadenken, kon lezen. Mijn ouders hadden mij wel gezegd dat ik ook eens iets anders moest lezen dan enkel die meidenboeken, maar ik had daar weinig interesse voor. Het leek wel alsof ik ieder jaar opnieuw rond Kerstmis een nieuw boek van Kinsella in de boekenwinkel zag liggen dat ik dan op mijn verlanglijstje zette. Zomerhuis met zwembad was volgens mij het keerpunt in mijn leeservaringen.

In die tijd kreeg
ik ook meer interesse in films en series die mijn zus al een paar jaar eerder
'ontdekt' had. Zo is en blijft - ja, het is cliché - The notebook mijn lievelingsfilm en Grey's Anatomy mijn lievelingsserie.
Ongeveer
twee jaar geleden heb ik meer 'sympathie' gekregen voor het kijken van
Franstalige en Spaanstalige films en series. Enerzijds om mijn talenkennis te
verbeteren, maar ook omdat ik dat vaak meer ontspannend kijken vind dan een
Engelstalige film. Afgelopen jaar heb ik twee seizoenen van Las chicas del cable gekeken.
Ondertussen staat het derde seizoen op Netflix en wordt het dringend tijd dat
ik het kijken hervat!
Literair competentieniveau
Volgens de literaire competentieniveaus van Theo Witte schat ik mij tussen niveau drie en vier. Ik vind mezelf een gemotiveerde lezer met veel belangstelling voor literatuur, maar boeken analyseren tijdens en na het lezen, is nog niet aan bod gekomen. De meeste boeken die ik momenteel in mijn vrije tijd lees, zijn met een duidelijke, luchtige structuur opgebouwd en werken toe naar een (spannende) ontknoping. Lezen is een manier om te ontspannen en 'weg te vluchten' uit het dagelijks leven. Daarom lees ik volgens mij meer boeken van niveau drie dan van niveau vier. Zo denk ik bijvoorbeeld aan Het geheim van mijn man en Grote kleine leugens van Liane Moriarty. Deze boeken zou je kunnen onderbrengen in de categorie 'chicklits', maar naast de humor en vrouwendrama's die beschreven worden, zijn er ook steeds duistere kanten. Het taalgebruik dat Moriarty hanteert, is helemaal niet complex en het vergt dus geen inspanning om de verhalen te begrijpen. Als lezer word je wel aan het denken gezet over hoe alles in elkaar zit en kom je meer te weten over de verschillende verhaallijnen naarmate het lezen vordert, maar dit zijn geen boeken die je gaat analyseren.
Volgens mij zijn Zomerhuis met zwembad van Herman Koch en Het parfum van Patrick Süskind boeken die tot niveau vier behoren in het schema van Theo Witte. Deze boeken las ik in de derde graad van het middelbaar onderwijs om boekbesprekingen te maken. Het is meteen duidelijk dat dit enigszins complexe literatuur is, want het vergde me veel inspanning om beide verhalen uit te lezen. Ik besef dat dergelijke literatuur 'hoogstaander' is dan chicklits en ik heb wel degelijk interesse om boeken van niveau vier of vijf te lezen, maar de verleiding om vertrouwde genres uit niveau drie te lezen, is nog steeds groot. Misschien moet ik mezelf meer durven uitdagen.